
HET VERHAAL VAN JEANETTE
Jeanette is 65 jaar en woont in een gezellige straat in Zandvoort. Ze is geboren in Indonesië en kwam als jong meisje naar Nederland. Jarenlang werkte ze in het restaurant van haar zus, waar ze met plezier de gasten bediende en in de keuken hielp. Sinds haar gezondheid wat minder is, werkt ze daar niet meer. Toch blijft ze actief: ze wandelt elke dag met haar hondje Bo. Dat is haar vrolijke vuilnisbakkie en ze maakt graag praatjes met mensen in de buurt. Ze heeft geen kinderen, maar haar zus, haar buren en twee vriendinnen van vroeger zorgen dat ze zich nooit alleen voelt.
Wanneer merk jij dat je het lastig hebt?
“Als er te veel verandert, dan raak ik in de war. Bijvoorbeeld toen het restaurant dicht moest tijdens corona, wist ik niet wat ik met mijn dagen moest doen. Ik ben niet goed met plannen en snap brieven vaak niet. Dan word ik zenuwachtig, ga ik piekeren en vergeet ik dingen. Soms voel ik me dan dom, ook al zeggen mensen dat ik dat niet ben.”
Wat gaat er nu beter dan vroeger?
“Ik durf sneller te zeggen als ik iets niet begrijp. Vroeger deed ik alsof ik het snapte, maar dan ging het juist mis. Nu zeg ik gewoon: ‘Leg nog één keer uit, ja?’ Dat helpt. Ook heb ik geleerd om niet alles in mijn hoofd te stoppen. Ik schrijf dingen op in mijn schriftje, zoals afspraken of wat ik moet kopen. En als ik iets niet weet, vraag ik mijn buurvrouw. Zij zegt altijd: ‘Samen lukt het wel, Jeannie’ Dat vind ik lief.”
Wie staan jou bij?
“Mijn zus komt elke week langs met wat eten en helpt met mijn papieren. De buren letten een beetje op me. Als ik de hond te lang niet uitlaat, bellen ze even aan. En ik heb twee oude vriendinnen van vroeger, Nora en Els. We drinken elke vrijdag koffie en kletsen over van alles. Zij geven me het gevoel dat ik er mag zijn. Dat is belangrijk voor mij.”
Waar ben je trots op?
“Dat ik het red op mijn eigen manier. Ik woon zelfstandig, zorg goed voor mijn hondje en kook mijn eigen eten. En ik ben trots dat ik vroeger zo lang in het restaurant gewerkt heb. Mensen zeiden altijd dat ik goed kon lachen met de klanten. Dat mis ik wel, maar ik heb mooie herinneringen daaraan.”
Hoe kunnen anderen jou helpen als het niet lukt?
“Door rustig te praten en niet te doen alsof ik dom ben. Als iemand boos wordt of te snel praat, dan klap ik dicht. Maar als ze het vriendelijk uitleggen, snap ik het meestal wel. En soms is een klein beetje geduld genoeg. Als ik even tijd krijg, lukt het me wel weer.”




