
LVb. zie jij het?
HET VERHAAL VAN GERARD

GERARD vertelt over SANDRa
Sandra heeft een fijne jeugd gehad, in haar gezin met twee oudere broers. Haar ouders zijn inmiddels gescheiden, maar ze heeft met beiden goed contact. Ze gaat regelmatig bij een van hen eten of ze gaan bijvoorbeeld samen naar verjaardagen van neefjes of nichtjes. Haar ouders doen hun best om het sociale netwerk van Sandra mee te onderhouden. Ze herinneren haar er bijvoorbeeld aan dat een kennis jarig is en Sandra stuurt dan zelf een kaart of berichtje.
Sandra danst graag in haar vrije tijd en dit doet ze elke week bij een dansschool in Haarlem.
WAT VINDT SANDra LASTIG?
“Sandra maakt best makkelijk contact met nieuwe mensen. Maar het is moeilijk om verder te komen dan een gezellig babbeltje en om daadwerkelijk vriendschappen te ontwikkelen. Sandra kan heel direct zijn en stuurt vaak appjes, die voor anderen kwetsend overkomen. Ze overziet dit niet en vindt dat ze altijd eerlijk mag zeggen wat ze ergens van vindt. Zo belandt ze regelmatig in ruzies en stoot ze mensen soms per ongeluk van zich af.”
Hoe help je haar?
“Ik stimuleer Sandra om in haar vrije tijd mee te doen bij onze community voor jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking. Op woensdag is er altijd vriendenavond en komen jongeren bij elkaar voor spelletjes, chillen of iets creatiefs. De vrijwilligers die er actief zijn, zorgen voor een goede sfeer en betrekken iedereen erbij. Eigenlijk scheppen we de juiste voorwaarden, zodat de jongeren lekker hun eigen gang kunnen gaan en vriendschappen zich rustig kunnen ontwikkelen. Ook proberen we te bemiddelen als er eens onenigheid is, zodat ze het zelf kunnen uitpraten in een veilige omgeving.”
Wat is de kracht van SANDra?
“Ze is spontaan en eerlijk en is er altijd voor in om iets nieuws te proberen. Ook vindt ze het leuk om te helpen bij klusjes of om een boodschap te doen voor haar oma.”
Hoe kunnen anderen haar helpen?
“Het is belangrijk dat mensen om haar heen weten dat Sandra soms te direct is en onbedoeld bot kan overkomen. We vragen hen om, als dat lukt, een appje terug te sturen aan Sandra als ze zich gekwetst voelen. Dit geeft Sandra een signaal dat er iets aan de hand is. Zelf voelt ze dit niet altijd aan of ze begrijpt niet waarom mensen boos of verdrietig zijn. Sandra kan dan met haar ouders of ambulant begeleider overleggen hoe ze haar berichtjes op een andere manier kan formuleren, zodat het vriendelijker overkomt. Dit is een belangrijk doel, dat veel tijd en herhaling vraagt.”




